20 MEI 2019

DOOR: MARIEL ROELFSEMA

 

Binnenkort is het weer zover; de 10 minutengesprekjes op school. 10 Minuten samen met de meester of juf praten of het welzijn en de ontwikkeling van je kind. Voor de meeste ouders is dit een ontspannen terugkerend ritueel waarbij het gesprek meestal die elementen bevat die je eigenlijk wel wist. Niemand kent het kind immers zo goed als de ouder zelf.

Voor een grote groep ouders ligt dit anders. Deze vaders en moeders gaan niet meer samen op gesprek maar plannen de gesprekken het liefst op verschillende dagen, zodat ze elkaar zelfs maar niet tegenkomen in de gang. Geen ontspannen gesprek met de juf of meester want de verschillen tussen de verschillende “huizen” wordt vaak pijnlijk duidelijk en verwijten worden regelmatig geuit. Met deze verwijten kan een leerkracht overigens niets, hij of zij zal zich er slechts ongemakkelijk door voelen, dus kunnen deze beter achterwege blijven.

Op de scholen hebben ze alle begrip voor de verstoorde onderlinge verhoudingen, maar hoe fijn zou het zijn wanneer we het samen kunnen hebben over ons gezamenlijk doel; het welzijn van het kind. Even geen “oud-zeer” maar de focus op zoon of dochter, wat kunnen we samen doen zodat hij of zij veilig en vertrouwd kan opgroeien en zich goed kan ontwikkelen.

 

Wat is wenselijk en hoe zit het wettelijk?

In enkele gevallen komt ook de nieuwe partner van één van de ouders mee. Mag dit zomaar? Wat is wenselijk en hoe zit het wettelijk?

Wettelijk mag een school alleen informatie geven aan de gezaghebbende ouders of aan derden met toestemming van beide ouders. Dus niet aan de buurvrouw omdat je zelf even niet kan, niet aan opa of oma omdat je moet werken maar ook niet aan de nieuwe partner zonder toestemming van beide ouders. Hier komt gelijk het “wenselijk” deel om de hoek kijken. Want wanneer is het nog alleen zaak van de ouders en wanneer is het wenselijk om dit breder te trekken?

Ik denk dat het antwoord hierop simpel is: “wanneer het in het belang is van het kind!” Het maakt immers een verschil of de nieuwe partner van vader of moeder inwonend is of niet. Bij een inwonende nieuwe partner heeft deze partner rechtstreeks te maken met de opvoeding en verzorging van het kind en speelt een aanzienlijke rol in het leven van het kind. Dan is het goed om deze mede-opvoeder te betrekken in het geheel, ervan uitgaand dat de gesprekken dan nog steeds ontspannen en geciviliseerd verlopen. Bij een niet-inwonende partner kan deze rol beperkt blijven tot de ouders zelf.

 

Wat is wenselijk vanuit de school?

Vanuit het oogpunt van de school ziet “wenselijk” er deels anders uit. De school zal altijd handelen vanuit het belang van het kind en zal daarom in sommige gevallen instemmen met een dubbel gesprek omdat de spanning tussen ouders anders zo hoog oploopt dat een gesprek over het kind niet meer mogelijk is. Handig is dit echter niet want zaken afstemmen gaat lastig als er verschillende dingen worden benoemd en als zaken verschillend worden geïnterpreteerd. Soms zijn de verhalen zo tegenstrijdig dat een leerkracht er uiteindelijk weinig mee kan. Dat is een gemiste kans.

Op de meeste scholen is het uitgangspunt één 10- minutengesprek per kind; één gesprek voor beide ouders, dus één gesprek per kind voor de juf of meester. Voor een juf met een klas van 24 leerlingen, waarvan een derde deel gescheiden ouders heeft (1 op de 3 huwelijken eindigt in een scheiding) betekent dat een verschil van 6 uur gesprekken (24 x 15 minuten totale tijd per gesprek) of 8 uur gesprekken (8 extra gesprekken van elk 15 minuten totale tijd per gesprek).

Voor U als ouder is het nog steeds 10 minuten: 10 Minuten de focus alleen op Uw kind… 10 Minuten om samen trots te zijn op jullie kind, om te zien en horen hoe goed hij zich door alles heen slaat… 10 Minuten om te bepalen hoe het kind het beste geholpen kan worden… 10 Minuten…….

 

 

 

 

 

“10 Minutengesprek op school”

wat mag, moet en is wenselijk?